Jaarrekening 2018

Fiscale Paragraaf

Vennootschapsbelasting

De eerste aangifte Vpb 2016 is ingediend en heeft betrekking op de onderdelen Algemene Dienst, het Grondbedrijf en het Gemeentelijk Woningbedrijf.

Algemene Dienst
De Algemene Dienst heeft allerlei economische activiteiten zoals onder andere: onderhoud wegen, zwembad exploitatie, sporthal, kermissen, kinderopvang en begraafplaatsen. Maar deze worden voor de Vpb aangifte op nihil geschat, omdat er geen winst wordt gemaakt. Deze economische activiteiten moeten wel ieder jaar worden doorgenomen en getoetst of deze in de Vpb aangifte moeten worden meegenomen.

Het Grondbedrijf
Het Grondbedrijf heeft vijf lopende grondexploitaties. Met de Belastingdienst en de regionale projectgroep is afgestemd om het Samenwerking Vennootschapsbelasting Lokale Overheden (SVLO)
rekenmodel te gebruiken. Alle uitgangspunten voor de aangifte zijn afgestemd met de regio. Voor het grondbedrijf moet wel VPB aangifte worden gedaan. Over 2016 is dit een bedrag van € 21.752, voor 2017 komt de voorlopige berekening uit op € 50.000. De fiscale adviseur doet de definitieve aangifte 2017, de aangifte 2018 wordt voorbereid.

Het Gemeentelijk Woningbedrijf
Voor het Woningbedrijf stellen we ons op het standpunt dat er geen sprake is van economische activiteit in het kader van de VPB. Wij gaan uit van normaal vermogensbeheer waarmee we niet Vpb plichtig zijn. De belastingdienst heeft ons verzoek voor normaal vermogensbeheer nog steeds in behandeling. Om heffingsrente te voorkomen bij een eventueel afwijkend standpunt van de belastingdienst is voor 2016 is wel aangifte Vpb gedaan en hebben we de aangifte ad € 573.630 betaald  

Zodra de definitieve aanslag 2016 binnen is, wordt door de fiscale adviseur bezwaar gemaakt tegen de aangifte van het Gemeentelijk Woningbedrijf. De gegevens voor aangifte 2017 zijn naar de fiscale adviseur gestuurd om de totale aangifte Vpb over 2017 te doen. Hierna wordt de aangifte voor 2018 opgepakt.

Ontwikkelingen
Het Ministerie van Financiën heeft begin dit jaar de Belastingdienst laten weten dat het uitgangspunt moet zijn dat de gemeentelijke woningbedrijven een onderneming drijven in de zin van de VPB. Een afwijkende behandeling van woningcorporaties op dit gebied ziet het Ministerie politiek niet zitten. In de Wet Vpb is er verschil tussen corporaties en gemeentelijk woningbedrijven.

De inspecteur heeft laten weten dat de Belastingdienst als uitvoeringsorganisatie vervolgens nog wel de feiten verzamelt om de algemene stelling van het Ministerie mee te kunnen onderbouwen.
Voor het benodigde feitenonderzoek gaat de inspecteur nog in gesprek met de gemeentelijke woningbedrijven om zich een beter beeld te kunnen vormen van de werkzaamheden.

Begin 2019 is een overleg geweest met de fiscale adviseur en de vijf gemeentelijk woningbedrijven om een gezamenlijk standpunt hierover te bepalen.

Proces Vpb

Fiscaal jaar 2016
De definitieve aangifte 2016 is berekend op een bedrag van € 595.382 en dit is ook betaald. Voor het Grondbedrijf zijn de cijfers in een nieuw door de Belastingdienst vastgesteld VSO model ingevoerd door onze fiscale adviseur. Dit model is de basis voor de volgende jaren.

Fiscaal jaar 2017
De voorlopige aanslag van € 590.798 is binnengekomen op basis van de gegevens van 2016. Deze aanslag is betaald. Er is uitstel voor de aangifte tot 30 april 2019. De economische activiteiten
van het jaar 2017, zijn doorgenomen en getoetst aan de criteria en vastgelegd in een Vpb dossier. De fiscale adviseur beoordeeld de cijfers en doet de totale Vpb aangifte 2017 bij de belastingdienst.

Fiscaal jaar 2018
Er is een voorlopige aanslag binnengekomen van € 580.918 en betaald. De economische activiteiten worden doorgenomen en getoetst en er wordt een dossier aangelegd. Voor de aangifte is via de fiscale adviseur uitstel aangevraagd en dit hoeft daarom niet te worden gedaan voor 1 juni 2019.

Voor de betaalde Vpb 2016-2018 blijft het voorlopig nog onzeker of deze wordt terug ontvangen van de Belastingdienst. Omdat er nog geen uitsluitsel is over de belastingplicht voor woningbedrijven, wordt er een voorziening getroffen ten laste van de algemene reserve van het Gemeentelijk Woningbedrijf.

ga terug